NATUURLEXICON


Riet      

Phragmites australis   


Riet Phragmites australis is een zeer algemene plant van waterkanten en natte plaatsen.

We vinden deze soort langs traag stromende en stilstaande wateren en ook op vochtige graslanden en in moerasbossen.

De plant wordt 1 m tot soms 4 m hoog en bloeit van juli tot september met groene grasbloemen die in tot 50 cm lange pluimen staan. De halmen kunnen tot 2 cm dik zijn.

De aartjes zijn 3- tot 7-bloemig en zien er door de aanwezigheid van witte haartjes wollig uit. De bladeren zijn meestal breder van 15 mm en hebben een tongetje van haren.

Riet is een verlandingsplant. Wanneer deze soort voorkomt in akkers, weiden of in bossen wijst ze op een hoge grondwaterstand. De plant maakt tot 10 m lange bovengrondse uitlopers en legt daarmee oevers vast. Het is een belangrijke turfvormer bij de verlanding van wateren.

De zwammen Rietwieltje Marasmius limosus en Gespikkelde Halminktzwam Coprinus tigrinellus groeien op dode bladeren van Riet.

De Rietmycena Mycena bellae groeit op staande, dode riethalmen.  

Deze plant is de waardplant van de Gestippelde Rietboorder Lenisa geminipunctata (vlinder), die zich voedt met het merg van de stengels.

Het is ook de waardplant van de Moerasspinner Laelia coenosa (vlinder).

Het is één van de waardplanten van de vlinders Kleine Rietvink Simyra albovenosa en de Rietvink Euthrix potatoria.

Het is de waardplant van de Rietluipaard Phragmataecia castaneae (vlinder).

Vaak komen uiltjes (vlinders) af op bloeiende aartjes van deze grassoort. 

De Grote Rietsigaargalhalmvlieg Lipara lucens zet de eitjes af op levende riethalmen.

De Rietmaskerbij Hylaeus pectoralis en de verwante Moerasmaskerbij Hylaeus pfankuchi nestelen in oude sigaargallen in Riet.  

Home