NATUURLEXICON


Reuzenzwam    

Meripilus giganteus   


De Reuzenzwam Meripilus giganteus is een plaatjesloze vlieszwam. Hij bestaat uit verschillende waaier- tot halvecirkelvormige gelig bruine hoeden elk met een diameter tot 30 cm breed. De hoeden hebben een scherpe, golvende wittige tot zwarte rand. Het geheel kan een diameter bereiken van 80 cm.  

Deze zwam komt van juli tot oktober voor aan de voet en schijnbaar op de wortels van oude, levende loofbomen (vooral Beuk maar ook Eik en Linde).

Bomen waarop deze zwam voorkomt zijn meestal ouder dan 80 jaar. De hoeden groeien uit een gemeenschappelijke knolvormige voet. Het grote aantal poriën onderaan de consoles zijn uitmondingen van korte buisjes waarin massale hoeveelheden witte sporen worden gevormd.

Wat zichtbaar is van de zwam is een éénjarig vruchtlichaam dat afsterft en elk jaar vernieuwd wordt. Dat is een energieverslindende bezigheid voor de zwamvlok. Als zwakteparasiet doet hij zijn intrede via beschadigde wortels of stamvoeten. Beuken hebben een uitgespreid wortelstelsel dat soms dicht aan de oppervlakte ligt. De schimmelinfectie zorgt voor een sterke aantasting van het wortelfundament en stabiliteit van de boom. In dit belangrijke ankerpunt veroorzaakt de Reuzenzwam witrot wat tot een vitaliteitsvermindering leidt.

Bij een infectie reageert de boom met een compensatie door de vorming van adventiefwortels en een extra aangroei van hout dat zichtbaar wordt in de verbreding van de stamvoet. Dit remt de aantasting enigszins af. Tussen de infectie en de schadevorming zitten vele jaren. In de kroon zien we een verminderde bladproductie en meer dood hout. Wanneer deze gevaarlijke boomsloper zich uiteindelijk manifesteert door de vorming van vruchtlichamen in de nazomer en herfst is de eindfase voor de boom definitief ingezet en reeds ver gevorderd.

Tenslotte valt de boom of wordt hij verwijderd en blijft de boomvoet met zaagvlak in de bodem. Nog vele jaren nadien kan deze mooie zwam bewonderd worden op het restant van wat vele jaren zijn oorspronkelijke voedselbron was, maar nu niet meer als parasiet maar als saprofiet.   

Home