NATUURLEXICON


Renocera pallida   


De vlieg Renocera pallida behoort tot de familie van de slakkendoders (Sciomyzidae). Deze soort heeft zwarte behaarde sprietborstels, heldere vleugels en een heel kort tweede antennelid. Deze soort heeft slechts 1 oograndborstel.

Deze zeldzame vlieg komt van eind april tot eind augustus voor op ongestoorde, vochtige tot moerassige plaatsen met veel stilstaand, ondiep water en een begroeiing met Egelskop Sparganium species en Lisdodde Typha species.

Het volwassen vrouwtje komt im mei uit de pop en legt 20 tot 100 eitjes individueel of in kleine groepjes aan de waterkant, bijvoorbeeld op een blad van Lisdodde Typha species. De larven begeven zich naar de oever en dringen een Erwtenmossel Pisidium species binnen. Daar verblijven ze 5 tot 10 dagen parasitair en eten vervolgens de mossel op. In een tweede en derde larvestadium voeden ze zich met Erwtenmossels. Daarna verpopt de larve zich. Er treden twee generaties op per jaar, waarbij de poppen van de tweede generatie overwinteren. Waarschijnlijk kunnen de larven ook waterslakken parasiteren.  

Voor deze soort is overspoeling van een randzone in de winter met een geleidelijk droogvallen in de zomer vereist. Dit houdt in dat de omstandigheden natuurlijk moeten zijn, met een fluctuerende waterstand en geleidelijke oeverovergangen, zodat de mossels (of waterslakken) veparasiteerd of gegeten kunnen worden, want de larven leven niet onder water of kunnen toch niet lang onder water blijven zonder periodiek lucht te halen.

Deze omstandigheden (dynamische gradiënten) komen in Vlaanderen en Nederland steeds minder voor, net als deze vliegen.

Home