NATUURLEXICON


Protisten


Protisten zijn eencellige organismen waarvan de cel een kern bevat met daarin het DNA, maar die niet behoren tot de planten, dieren, schimmels of bacteriën.

De protisten zijn een zeer verscheiden groep van eencelligen met uiteenlopende vormen, gaande van lange draden tot “doosjes”-structuren met een soort pantsering. Ze komen op allerlei plaatsen voor.

Sommige protisten voeden zich met bacteriën en schimmels. In de bodem kunnen ze hierdoor helpen om planten gezond te houden. Ze zorgen er voor dat voedingsstoffen die opgeslagen waren in de prooien weer beschikbaar worden voor de planten. Dat is goed voor de vruchtbaarheid van de bodem.

Andere protisten dienen zelf als voedsel voor andere organismen.

Er zijn ook protisten die parasiteren op planten, dieren of grotere soorten protisten.

Phytophthora infestans veroorzaakt bijvoorbeeld de aardappelziekte. De sporen van deze protist kunnen jarenlang in de bodem blijven zitten. De afgelopen eeuw zijn er rassen geteeld die resistenter zijn, maar de ziekte zelf is nog niet overwonnen. Zodra deze protist zich laat zien, in de vorm van een bruinverkleuring van de bladeren, worden de aangetaste planten verbrand.

Er zijn protisten die zelf voedseldeeltjes kunnen opnemen (fagotrofen), die samenleven met andere organismen (symbionten), die leven ten koste van andere organismen (parasieten), die leven van dood organisch materiaal (saprotrofen) of die licht als energiebron hebben (fototrofen).    

Home