NATUURLEXICON


Nonnetje

Limecola balthica   


Het Nonnetje Limecola balthica is een algemeen voorkomende tweekleppige die vooral in riviermondingen in slib en slibrijk zand voorkomt. Deze soort heeft een lengte tot  25 mm. De binnenzijde is glanzend rood; de buitenkant is roze met witte banden of ook vaak wittig of geelachtig. Dit schelpdier zuigt voedseldeeltjes op met behulp van een lange adembuis (sifon).  

Bodemberoerende kokkel- en mosselvisserij hebben ervoor gezorgd dat er nog nauwelijks echte mosselbanken meer zijn. Mosselbanken zijn zogenaamde biobouwers. Ze vangen slib af en zorgen op die manier voor een geschikte habitat voor het broed van Kokkels Cerastoderma edule en Nonnetjes, die op hun beurt ook weer slib binden. De zeebodem is thans veel zandiger geworden, vooral ook door een sterke afname van de slibbindende velden met Groot Zeegras Zostera marina sedert het midden van vorige eeuw.

Daardoor neemt het aantal Nonnetjes af.

Een andere reden van de afname van de aantallen is de klimaatverandering. Nonnetjes gaan zich voortplanten als het zeewater een temperatuur van 8 °C bereikt. Vroeger brak dit moment aan in de maand maart, tegelijk met de voorjaarsbloei van algen, dat als voedsel dient voor de larven. Tegenwoordig (2010) wordt de gewenste zeewatertemperatuur een stuk vroeger in het jaar bereikt. De voorjaarsbloei van de algen volgt die trend voorlopig nog niet of vertraagd, zodat de larven onvoldoende algen te eten krijgen.    

Deze mistiming zorgt dus ook voor een afname van de aantallen.

Nonnetjes vormen een belangrijke voedselbron voor vogels als de Kanoet Calidris canutus, die soms als overwinteraar of doortrekker aan onze kust te gast is.  


Home