NATUURLEXICON


Mopsvleermuis

Barbastella barbastellus   


De Mopsvleermuis Barbastella barbastellus of Dwarsoorvleermuis blijkt toch nog, zij het uiterst zeldzaam, voor te komen in Vlaanderen, ook al werd ze als verdwenen beschouwd begin de jaren 1990. In Nederland is de soort zeer zeldzaam en mogelijks zelfs verdwenen. Deze vleermuis heeft een mopshondachtig gezicht, een zwarte pels met een grijze glans en brede zwarte oren met een puntige tragus. De soort heeft een spanwijdte tot 30 cm.

Door de donkere vacht met lichtere haarpunten geeft de vleermuis een berijpte indruk.  

Deze soort geeft de voorkeur aan bosrijke gebieden in gebergten. In Vlaanderen kan ze evenwel voorkomen in beboste gebieden en kleinschalige beboste landschappen met voldoende kleine landschapselementen. De soort komt met name voor op plaatsen met veel nachtvlinders.

Zijn voedsel bestaat verder ook uit muggen, vliegen en kleine kevertjes.

De Mopsvleermuis maakt een zomerverblijf in spleten van gebouwen en in boomholten, zoals in spleten en scheuren en onder losse schors. Soms worden vleermuiskasten gebruikt als verblijf.

De kolonies kunnen van mei tot augustus bestaan uit 5 tot 30 vrouwtjes. De vrouwtjes krijgen meestal 1 jong in juni of juli.

In de zomer verkiest deze vleermuis vooral bomen met een loshangende schors. Hij is ’s nachts actief. De paring gebeurt in het najaar of tijdens een onderbreking van de winterslaap. In een zachte winter zijn de winterverblijven dezelfde als de zomerverblijven. In een koudere winter trekken ze zich terug in groeven, bunkers, tunnels, kelders en soms boomholten. Ze zoeken in groeven de koudste plaatsen op. Na de winterslaap (meestal van oktober tot april) komen ze betrekkelijk vroeg in het voorjaar weer te voorschijn.  

Open landschappen moeten duidelijke lijnvormige elementen (zoals bomenrijen en waterlopen) bevatten.

Deze vleermuis is zeer gevoelig voor verstoring. De aanwezigheid van mensen in de buurt van de kolonieplaatsen doet de dieren onmiddellijk verhuizen, ook overdag.

Het is een lichtschuw dier. Verlichte wegen zijn daarom nefast voor deze soort. Deze vleermuis is in heel Europa ernstig bedreigd.

De grootste bedreigingen voor het voorkomen in Vlaanderen vormen vernietiging en verstoring van de zomer- en winterverblijven in onderaardse structuren, gebouwen en bomen, versnippering en het verlies en aantasting van de leefgebieden evenals insecticidengebruik en vervuiling.

Het behoud van dode bomen (dood hout in het bos) is positief voor deze vleermuis.

Home