NATUURLEXICON


Mahonia

Mahonia aquifolium


De Mahonia Mahonia aquifolium komt oorspronkelijk uit West- en Noord-Amerika, maar werd reeds lang geleden in Europa ingevoerd als tuin- en plantsoenplant. De plant behoort tot de berberisfamilie. Het is een kleine groenblijvende struik die vaak vanuit tuinen verwildert ondermeer doordat lijsters graag de besvruchten eten en aldus de zaadjes verspreiden. De struik groeit het best op licht beschaduwde plaatsen op zandgrond en in naaldbossen. In april en mei draagt hij felgele bloemen die in trossen staan. De bloemen zijn heel geliefd bij bijen en hommels.

De bladeren zijn oneven samengesteld, hulstachtig en stekelig. De vruchten zijn berijpte blauwachtige bessen, die in de nazomer graag gegeten worden door vogels.

De wortels en de onrijpe bessen zijn giftig.

De inname van deze plantendelen leidt bij de mens tot maag- en darmontstekingen.  

Rijpe bessen zijn niet gevaarlijk.  

Vogels verspreiden de plant zodat ze reeds op veel plaatsen verwilderd voorkomt. Door de ondergrondse uitlopers kan een wat oudere plant grote oppervlakken in beslag nemen. Langs spoorwegen en op zandige dijken vormt dit geen probleem, maar op duinhellingen kunnen wel inheemse planten zoals Duinroos Rosa pimpinellifolia overwoekerd worden door de Mahonia, zodat soms maatregelen worden genomen om de inheemse planten te beschermen.

Door ondergrondse uitlopers kan deze plant een grote oppervlakte bezetten.


Home