NATUURLEXICON


Lood


Lood is schadelijk en giftig bij inademing en bij opname door de mond. Het kan irritatie aan de ogen en de huid, en schade aan de nieren en het zenuwstelsel veroorzaken. Er is een gevaar voor cumulatieve effecten en voor ernstige onherstelbare effecten. Er kunnen onherstelbare effecten, verminderde vruchtbaarheid en schade aan het ongeboren kind optreden. Vanuit het voorzorgsprincipe wordt aangenomen dat alle lood(-verbindingen) kankerverwekkend en hormoonontregelend voor de mens kunnen zijn.

Lood is giftig voor planten. Daarnaast is lood zeer giftig voor waterorganismen en kan het in het aquatisch milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken.

Lood kan via de placenta van de moeder bij een foetus terechtkomen. Daardoor kan het ernstige schade toebrengen aan het zenuwstelsel en de hersenen van ongeboren kinderen.  Lood is niertoxisch. Het wordt ook opgeslagen in het botweefsel. Vooral kinderen zijn zeer gevoelig voor loodvergiftiging. Chronische loodopname kan leiden tot gedragsveranderingen of een lager IQ bij kinderen. 

Lood accumuleert in het lichaam van waterorganismen en bodemorganismen. Deze ondervinden ook gezondheidseffecten.

Onder normale omstandigheden reageert lood niet met water. Bij contact met vochtige lucht loopt het wel aan. Aan het oppervlak van het metaal wordt dan een dunne laag loodoxide gevormd. Als zowel zuurstof uit de lucht, als water aanwezig is, kan metallisch lood reageren tot loodhydroxide. Elementair lood is bij 20°C en 1 bar in water onoplosbaar. Het kan echter als loodcarbonaat in opgeloste vorm voorkomen. Wanneer lood met sulfide of met fosfaat gebonden wordt, dan zijn deze extreem onoplosbaar en verblijft het immobiel in het milieu. In zacht, licht zuur water zijn loodverbindingen over het algemeen beter oplosbaar.

Lood zal in oppervlaktewater veelal in de vorm van een loodverbinding voorkomen en weinig tot slecht oplosbare complexen vormen met vooral hydroxiden en carbonaten, en daarnaast ook sulfiden en sulfaten.

Organische loodverbindingen worden gevormd met organisch materiaal; deze blijven zelfs stabiel bij een lage pH.

Loodverbindingen zullen vooral adsorberen aan zwevende stoffen in water en sedimenten.

Als lood in het oppervlaktewater terechtkomt, kunnen micro-organismen aanwezig in de waterbodem het omzetten tot methyllood, waardoor lood terug mobiel wordt en in de waterkolom in oplosbare vorm terug beschikbaar kan worden.

Loodzouten en loodverbindingen zoals loodacetaat, loodoxide, loodnitraat en loodcarbonaat worden beschouwd als watergevaarlijk. Lood en zijn verbindingen kunnen weinig tot sterk accumuleren in waterorganismen.

Ecotoxicologisch zijn vooral loodzouten en organoloodverbindingen belangrijk. Loodzouten en loodverbindingen zoals loodacetaat, loodoxide, loodnitraat en loodcarbonaat worden beschouwd als watergevaarlijk.

Lood zal in de lucht veelal gebonden zijn aan of aanwezig zijn als kleine stofdeeltjes. Lood kan in de lucht als cadmiumoxide en cadmiumcarbonaat aanwezig zijn. Loodpartikels zijn meestal zeer klein en kunnen over een grote afstand in de lucht getransporteerd worden. Anderzijds tonen studies aan dat loodemissies vooral afgezet wordt dicht bij de emissiebron.  De lood-bevattende deeltjes kunnen via uitspoeling door neerslag en droge depositie, en via gravitaire bezinking, op de bodem en in het oppervlaktewater terechtkomen.

Het wegverkeer is via de gelode benzine een bron van diffuse verontreiniging met lood. Andere menselijke activiteiten zoals de verbranding van brandstoffen, industriële processen en verbranding van afvalstoffen dragen bij tot de verspreiding. Ook door de jacht met loodhagel zijn jarenlang aanzienlijke hoeveelheden lood in de natuur terecht gekomen.

Lood kan het menselijk lichaam binnendringen via de opname van voedsel, water en lucht. Het kan in het drinkwater terecht komen via de corrosie van pijpleidingen. Ook sigarettenrook bevat kleine hoeveelheden lood.

Home