NATUURLEXICON


Laat Hoefbladgitje

Cheilosia canicularis   


Het Laat Hoefbladgitje Cheilosia canicularis is een zeldzame zweefvlieg met een lengte van 10 tot 13 mm. Het vrouwtje heeft een bol, kort behaard, goudglanzend achterlijf. Het mannetje is slanker en op het achterlijf langer behaard. De vliegtijd valt tamelijk laat in het jaar, van eind juli tot begin oktober.

Deze zweefvlieg bewoont open plekken in vochtige loofbossen. Soms worden individuen aangetroffen in open landschappen, ver van het bos. De volwassen dieren zijn bijna uitsluitend op gele composieten, zoals Heelblaadjes Pulicaria dysenterica, te vinden.  

De eitjes worden afgezet aan de basis van de bloeistengel van Groot Hoefblad Petasites hybridus. Na het uitkomen leven de larven in de bloeistengel. Ze worden aangetroffen in de jonge scheuten.

Ook het Vroeg Hoefbladgitje Cheilosia himantopus leeft op Groot Hoefblad, maar de larven daarvan voeden zich met de bladbasissen en rhizomen.   

Home