NATUURLEXICON


Kruipende Boterbloem

Ranunculus repens


De Kruipende Boterbloem Ranunculus repens is een algemene plant van vochtige plaatsen. We vinden de plant vooral op open en grazige standplaatsen op een vochtige, stikstofhoudende leemgrond. De soort wortelt tot 50 cm diep.

Ze komt als pionier ook voor op verdichte gronden of op zeer natte gronden. Op akkers wijst deze plant zelfs op bodemverdichting. Niet zelden ook groeit de plant op plaatsen met een hoge grondwaterstand. De bovengrondse uitlopers kunnen op de knopen wortelen. De uitlopers strekken zich in alle richtingen uit en vormen om de paar centimeter een nieuw plantje.

De plant wordt 10 tot 50 cm hoog en bloeit van mei tot juli. De bloemen zijn geel en staan apart of trosgewijs. De stengel en de bladeren zijn behaard. De bladeren hebben 3 lobben. De middelste bladeren zijn gesteeld. De vruchthoofdjes zijn bolvormig.

Deze Boterbloem-soort wordt door het vee gemeden. Het vee graast namelijk rond de Boterbloem heen, zodat deze plant zich nog beter kan uitbreiden.

Deze plant trekt vooral hommels, zandbijen, groefbijen en metselbijen aan. De Ranonkelbij Chelostoma florisomne kent een gespecialiseerd bloembezoek op boterbloemen.

De larven van het Gewoon Weidegitje Cheilosia albitarsis, een zweefvlieg, leven onder meer in de wortels van deze plant.



Home