NATUURLEXICON


Kooldioxide


Koolstofdioxide of kooldioxide is een geur- en kleurloos gas (CO2) dat ook wel koolzuur wordt genoemd.

Koolstofdioxide komt van nature in de atmosfeer voor en speelt een belangrijke rol in natuurlijke processen. De atmosfeer bestaat voor 0,03 % uit koolstofdioxide. Duizenden jaren bleef dit gehalte constant. Koolstofdioxide werkt als een soort deken die om de aarde ligt en de zonnewarmte vasthoudt en zodoende een belangrijke rol speelt bij het regelen van de temperatuur op aarde. Zonder koolstofdioxidemantel zou de temp op aarde sterk schommelen. Voor groene planten is koolstofdioxide van groot belang. Planten leggen koolstofdioxide door middel van fotosynthese vast in organische stof. Bij de ademhaling van zowel planten als dieren komt koolstofdioxide vrij.

Koolstofdioxide wordt door planten opgenomen en in de fotosynthese onder de invloed van zonlicht omgezet in suikers. Deze dienen als bouwstof voor allerlei organische verbindingen. Dieren zijn voor hun bouwstoffen direct (herbivoren) of indirect (carnivoren) afhankelijk van planten. Dieren verbranden suikers voor hun energievoorziening en ademen koolstofdioxide uit, die weer door planten wordt opgenomen. Planten produceren ’s nachts ook koolstofdioxide.

Afgestorven planten en dieren worden door reducenten afgebroken. Ook bij dit proces komt koolstofdioxide vrij. Onder bijzondere omstandigheden kan plantaardig materiaal zich in de aarde ophopen. Deze plantaardige resten kunnen uiteindelijk omgevormd worden tot turf, bruinkool of steenkool. In de zee wordt de primaire productie (producenten) verzorgd door het fytoplankton. Dood materiaal dat naar de bodem zakt kan in de loop van miljoenen aarde worden omgevormd tot aardolie. Door inkoling en olievorming is veel koolstof aan de koolstofkringloop onttrokken. Door het verbranden van fossiele brandstoffen komt deze koolstof nu in de vorm van koolstofdioxide weer vrij. Ook bij de afbraak (branden) van het tropisch regenwoud komt ook veel koolstof in de vorm van koolstofdioxide vrij.

Ook door de aantasting van de ozonlaag wordt invloed uitgeoefend op de koolstofkringloop. Hierdoor kan namelijk meer UV-straling op aarde doordringen. Met name het fytoplankton is hier zeer gevoelig voor.

De laatste jaren neemt het koolstofdioxidegehalte in de atmosfeer sterk toe, onder meer door het op grote verbranden van fossiele brandstoffen (aardolie, kolen en aardgas) en door ontbossingen door verbrandingen. De toename van koolstofdioxide in de atmosfeer, samen met de toename van bepaalde andere gassen, heeft een stijging van de temperatuur op aarde tot gevolg. Dit noemt men het broeikaseffect.

De stof heeft een atmosferische verblijftijd van 5 tot 200 jaar. Een meer precieze waarde is moeilijk te bepalen door de complexe absorptiemechanismen in de biosfeer en de oceanen.

De trage verwijdering uit de atmosfeer impliceert een langdurige aanwezigheid van het gas, zelfs na een eventuele reductie van de emissiebronnen. Door koolstofdioxide veroorzaakte temperatuurveranderingen kunnen dan ook lang naslepen.

Koolstofdioxide kan irritatie aan de ogen, de huid en de ademhalingswegen veroorzaken.

Home