NATUURLEXICON


De Kleine Vos Aglais urticae is een dagvlinder met een lengte tot 28 mm en een spanwijdte tot 5 cm. Hij kan het hele jaar door worden gezien. De bovenkant van de vleugels is oranjebruin. De vleugelrand is voorzien van een zwart witte blokjes-tekening. De vleugelzomen hebben blauwe halve maantjes-tekeningen. De onderkant is donker gekleurd met een lichtere rand. Deze vlinder kan in allerlei biotopen voorkomen: tuinen, ruigten, bosranden, bermen, ook in stedelijke gebieden. De vlinder overwintert op allerlei beschutte plaatsen, zoals in gebouwen.

Men kan hem in februari reeds op de bloemen van Groot Hoefblad Petasites hybridus aantreffen.

Vanaf maart bezoekt de vlinder de bloemen van Wilg-soorten Salix species en Speenkruid Ficaria verna en later in het jaar worden de vlinders ook gezien op Sporkehout Rhamnus frangula, Vlinderstruik Buddleja davidii, Gewone Berenklauw Heracleum sphondyllium, Hondsdraf Glechoma hederacea, Jacobskruiskruid Jacobaea vulgaris, Wilde Liguster Ligustrum vulgare en Roze Hemelsleutel Sedum spectabile.

De eieren worden vanaf begin april afgezet op Grote Brandnetel Urtica dioica.

De rupsen leven eerst gezamenlijk in een spinsel met zo’n 300 rupsen. Wanneer de plant is kaalgevreten zoeken de rupsen een andere Grote Brandnetel op. De volgroeide rups heeft een gele lengtestreep op de rug. Ze is voorzien van doornen en krijgt via het voedsel bepaalde stoffen binnen van de Grote Brandnetel. Daardoor worden ze door vogels gemeden. De poppen worden wel door vooral mezen gegeten.

Er zijn twee generaties per jaar: een eerste van eind juni tot begin augustus en een tweede van eind juli tot eind mei van het volgende jaar. De vlinders van de tweede generatie overwinteren. De vlinder kan tot september of soms nog later worden gezien. De mannetjes verdedigen een territorium; de vrouwtjes zoeken geschikte eiafzetplaatsen.

De verpopping gebeurt in een andere vegetatie dan deze van de Grote Brandnetel.

De Grote Brandnetel is niet alleen de waardplant van deze vlinder; ook de paring geschiedt meestal op de onderkant van een blad van de Grote Brandnetel.

Enkele opeenvolgende zachte winters gevolgd door een koudeperiode kunnen nefast zijn voor de reeds uit de “winterslaap” ontwaakte vlinders.

Home


Kleine Vos

Aglais urticae