NATUURLEXICON


De Kleine Klokjesbij Chelostoma campanularum is een algemene solitaire bij die stuifmeel verzamelt van planten die behoren tot de klokjesfamilie.

Het is een slank, zwart bijtje zonder haarbandjes op het achterlijf.

Mannelijke individuen slapen soms in de klokjes, zoals bijvoorbeeld in het Grasklokje Campanula rotundifolia of het Rapunzelklokje Campanula rapunculus. Deze bij wordt 4 tot 7 mm groot en behoort tot de kleinste soorten onder de solitaire bijen. De lichaamsbouw is vrij smal. Deze bij heeft slechts een zwakke beharing. Als verzamelapparaat bezit deze bij een buikschuier.

Het is een bewoner van fijne stengels van bijvoorbeeld Riet Phragmites australis (soms in rieten daken) of andere reeds bestaande holtes (zoals graafgangen) in dood hout met een diameter van 2 tot 2,5 mm. Soms worden nestblokken die voorzien zijn van kleine openingen in gebruik genomen. De wandjes van de broedcellen worden gevormd met behulp van lemige aarde en steentjes. De soort overwintert als prepop in een cocon.

De bij vliegt in één generatie van begin juni tot eind augustus.  

Deze soort is vaak aan te treffen aan bosranden, in open plekken in het bos, in braakliggende wijngaarden en in parkachtige en stedelijke gebieden.

De nectar wordt gehaald bij planten als Zandblauwtje Jasione montana, Gewone Melkdistel Sonchus oleracea en Muskuskaasjeskruid Malva moschata.

De hongerwesp Gasteruption erythrostomum kan als parasiet optreden bij deze bij.  

Home


Kleine Klokjesbij

Chelostoma campanularum