NATUURLEXICON


De Kleine Karekiet Acrocephalus scirpaceus  meet tot 13 cm. Hij komt bij ons voor van april tot oktober.  

De vogel heeft een afgeronde kop, bruine bovendelen en donkere poten.

Deze vogel is te vinden aan het water, bijna uitsluitend in rietvegetaties, soms ook verder van water in grienden.

De dichtheden waarin deze vogel voorkomt hangt beslist af van de kwaliteit van de rietvegetatie.

Het nest is een uit grassen gevlochten nestkorf, bevestigd tussen 3 of 4 rietstengels.

Het voedsel bestaat uit insecten.

Van mei tot juli legt het vrouwtje 4 tot 5 eitjes. Beide ouders broeden en voederen. De vogel broedt 1 of 2 keer per jaar.

De Kleine Karekiet overwintert in tropisch Afrika.

De Koekoek Cuculus canorus verwijdert vaak 1 van de eieren van het broedsel en vervangt dit door een eigen ei. De Kleine Karekiet zal het jong grootbrengen als een eigen jong.

Nu kan men zich afvragen of de Kleine Karekiet de Koekoek niet verjaagt, wanneer het vrouwtje een ei in het nest deponeert. Uit onderzoek is gebleken dat de Kleine Karekieten alleen maar de Koekoek zullen verjagen van het nest door aanvallen of kabaal wanneer er in de omgeving veel Koekoeken voorkomen. Wanneer er slechts weinig Koekoeken in het gebied voorkomen, dan houden de oudervogels Kleine Karekiet zich gedeisd. Immers, bij het uitvoeren van aanvallen en het maken van kabaal, trekken ze meer de aandacht van roofvogels en predatoren, die uit zijn op de oudervogels, de eieren of de jongen. Voor de Kleine Karekiet is het dus beter om een Koekoeksjong groot te brengen dan om het volledige nest te verliezen.    

De gebondenheid van deze moerasbewoner aan rietvegetaties maakt de Kleine Karekiet extra kwetsbaar, vooral in kleinere gebieden. Als een rietzone verdwijnt of verruigt, verdwijnt de vogel uit het gebied.


Home


Kleine Karekiet

Fannia canicularis