NATUURLEXICON


 Kale Jonker  

Cirsium palustre   


De Kale Jonker Cirsium palustre groeit in moerassen, op natte hooilanden en in vochtige bossen op een humeuze en niet te droge bodem. Het is een tamelijk algemene distelsoort. Hij wordt tot 150 cm hoog en bloeit van juni tot september met paarsrode bloemhoofdjes die dicht opeen zitten. De bladeren zijn smal lancetvormig.

De weinig vertakte stengel draagt vleugels, die tot in de top gestekeld zijn.   

Deze plant bezit een wortelstok.

De rijpe bloeiwijzen zijn zeer in trek bij zaadetende vogels.

Onder meer in deze distel ontwikkelen zich de larven van de zweefvliegen Tweekleurig Gitje Cheilosia albipila en Wilgengitje Cheilosia grossa. Planten waarin zich de larven van het Wilgengitje bevinden zijn te herkennen aan meerdere bloeistengels die uit 1 rozet ontspringen (veelstengeligheid). Dit komt doordat het oorspronkelijke groeipunt werd aangevreten door de larven. De larven verpoppen zich in de bodem naast de distel.  

De Kale Jonker is ook één van de waardplanten van de Distelvlinder Vanessa cardui.

Home