NATUURLEXICON


Kabeljauw

Gadus morhua   


De Kabeljauw Gadus morhua is een bekende vis die een lengte tot 150 cm kan bereiken en een gewicht tot wel 40 kg.

Deze vis zwemt in grote scholen. Zijn voedsel bestaat uit Haring Clupea harengus en andere kleine zeevissen. De paaitijd valt in het voorjaar.  

De soort wordt overbevist in de Noordzee. Het duurt zes jaar voordat de jongen weer nageslacht kunnen voortbrengen. Er gaat dus 12 jaar over voor een populatie weer is aangesterkt.

De Kabeljauw dreigt bij een verdere temperatuurstijging als gevolg van de klimaatverandering te verdwijnen uit het Kanaal.

Deze vis plant zich alleen goed voor bij lage temperaturen, beneden de 8 °C.  Het paaiseizoen valt in het voorjaar. De glasheldere eieren zweven dan naar boven tussen het plankton. De larven verschijnen 2 tot 4 weken later en na 3 tot 5 maanden dalen de jonge vissen naar de bodem om op te groeien.

Visserijonderzoekers hebben sinds 1995 geen enkele goede jaarklasse Kabeljauw meer geteld; het Noordzeewater was te warm tengevolge de klimaatverandering.

In 2005 is er veel Kabeljauw geboren en er wordt minder op gevist door het instellen van vangstquota. Er is dus kans dat de soort zich enigszins kan herstellen.

Windturbines voor de Vlaamse kust blijken dan weer een paradijs voor onder meer Kabeljauw. Rond de funderingen hebben zich massa’s mosselen, vlokreeftjes en sponzen vastgezet, waaraan de Kabeljauw zich te goed doet. Er mag in de windparken ook niet worden gevist. In 2012 werden daar Kabeljauwen van 5 cm groot gevangen. Het voornaamste paargebied situeert zich nochtans voor de kust van Noord-Engeland.

Home