NATUURLEXICON


Japanse Oester

Magallana gigas  


De Japanse Oester Magallana gigas kwam door introductie voor de oestercultuur bij ons terecht. Deze exoot neemt stilaan de biotoop, dit zijn spleten en holten tussen de stenen in de getijdenzone, in van onze inheemse Purperslak Nucella lapillus. De soort kan zich bij ons voortplanten en maakt riffen aan, die de plaats innemen van mosselbanken.

Dit heeft uiteraard gevolgen voor de productie van mosselzaad en dus voor de mosselkweek. De soort beneemt kokkels en mossels hun voedsel en rukt verder op.

De Japanse Oester zet zich vast op sluisdeuren en kades. De randen van de schelpen zijn zeer scherp, waardoor mensen zich ernstig kunnen verwonden aan de voeten.  

Deze oester is tweeslachtig maar kan zichzelf niet bevruchten. Het dier begint zijn leven als een mannetje en is op een leeftijd van 8 tot 10 maanden geslachtsrijp. Na een aantal jaren als mannetje te hebben geleefd, wordt de oester in het derde of vierde jaar vrouwelijk. De watertemperatuur moet dan wel 15 °C bedragen. De paaitijd valt in juli-augustus. De bevruchting gebeurt uitwendig. De vrouwtjes produceren 1 tot 100 miljoen eitjes. De eerste drie weken zwemmen de larven vrij rond. Ze leven dan nog van de eireserves. Nadien vormen ze een driehoekige spier (voet) en hechten ze zich vast op bestaande oesterbanken of grote schelpen.

De Japanse Oester wordt tot 10 jaar oud. Het dier filtert plankton en de larven van kokkels, mossels en inheemse oesters uit het water.  

De vogels krijgen de schelpen van deze oester vrijwel niet open. Meeuwen laten de schelpdieren soms wel van grote hoogte neervallen. Scholeksters Himantopus ostralegus zetten de oesters op hun kant en pikken met de snavel tussen de schelpen in. Weliswaar eten de Scholeksters alleen de losliggende oesters van rond de 6 cm leeg.

De oesterbanken zelf worden gebruikt als onderlaag (een soort rif) voor zakpijpen en krabben. Deze laatste dieren vormen het voedsel voor onder meer vogels (zoals bijvoorbeeld Steenlopers). Deze nieuwe riffen worden steeds meer gezien als een aanwinst voor de biodiversiteit.

Home