NATUURLEXICON


Hoornaar

Vespa crabro   


De Hoornaar Vespa crabro maakt een nest in dode of holle bomen. De soort komt het meest voor op zandgronden en in lichte bossen, maar ook (steeds meer) in de nabijheid van de mens. Het is onze grootste inheemse wesp. Deze soort is waarschijnlijk kwetsbaar.

Het is bovendien de grootste sociaal levende wespensoort in Europa.

De lengte van deze soort bedraagt 18 tot 35 mm. De koningin meet 25 tot 35 mm. De mannetjes en de werksters zijn kleiner.  

De kop, het borststuk en de eerste segmenten van het achterlijf zijn gedeeltelijk oranjerood van kleur. Het achterlijf is zwart met geel gestreept. De ogen zijn diep ingesneden en C-vormig. In een driehoek zijn 3 ocelli ingeplant.

De antennes zijn bij de Hoornaar opvallend lang. Bij het mannetje hebben de antennes 13 segmenten. Bij de vrouwtjes zijn er slechts 12 segmenten. Het achterlijf van het mannetje heeft 7 segmenten; dit van een vrouwtje slechts 6.

Omstreeks april-mei ontwaakt de koningin uit de winterslaap. Deze koningin werd geboren in de voorbije zomer en paarde met een mannetje. De winterslaap wordt doorgebracht in onder meer rottend hout, in de grond of tussen isolatie.

Om zich te beschermen tegen de vrieskou kan ze glycerol produceren (anti-vriesmiddel).  

De koningin zoekt na het ontwaken een geschikte nestplaats zoals een holle boom, een lege nestkast of een ruimte onder een dak. Ze zoekt tevens naar voedsel dat bestaat uit insecten en boomsappen.

Het nest, dat tot een halve meter in doorsnede kan meten, wordt zelden ondergronds gemaakt.

Het kan zich zelfs bevinden in plaatsen met menselijke activiteit.

Het nestmateriaal bestaat uit vermolmd hout dat vermengd wordt met speeksel, zodat een soort papier-maché ontstaat. De omhulselstukken zijn schelpvormig.

De koningin bouwt cellen voor de toekomstige larven.

De ingang van het nest bevindt zich aan de onderkant en blijft steeds open.

De larven worden gevoed met insecten die door de werksters tot balletjes werden gekauwd.

De larven doorlopen gedurende 17 tot 22 dagen 5 larvale stadia.

Wanneer de larven volgroeid zijn, spinnen ze een fijne zijden draad waarmee hun cel gesloten wordt. De Hoornaarpop rust 13 tot 15 dagen. Daarna bijt de Hoornaar zich een uitweg uit de cel. De steriele werksters blijven nog 2 tot 3 dagen in het nest alvorens een eerste vlucht te ondernemen. Als er 5 tot 10 werksters uitvliegen, blijft de koningin in het nest.

De werksters, die 18 tot 25 mm groot zijn, nemen de taken over. Ze leven 3 tot 4 weken.

Deze werksters maken nieuwe raten, brengen nieuw nestmateriaal en water aan, verzorgen de larven en houden het nest schoon. De larven worden gevoed met insectenlarven. De werksters zijn ook nog ’s nachts actief.

Op warme zomerdagen bevochtigen de werksters de buitenkant van het nest met water. Er ontstaat hierdoor een klimatisatie doordat het water verdampt door de warmte die onttrokken wordt aan het nest.

De koningin houdt zich vervolgens nog enkel bezig met het voortplantingsproces tot op het einde van het seizoen.   

De soort vormt een eenjarige staat. De koningin legt tegen de zomer eieren waaruit nieuwe koninginnen worden geboren en mannetjes (darren). Het verschijnen van de mannetjes  betekent het begin van het einde.

De werksters negeren de oude koningin die sterft. Ze beginnen de geboren vrouwtjes, de nieuwe koninginnen, te voederen, zodat deze laatste reserves opdoen voor de overwintering.   

In de herfst zwermen de nieuwe koninginnen en de darren uit om te paren. Kort na de paring sterven de darren.

De bevruchte koninginnen zoeken vervolgens een geschikte overwinteringsplaats. Begin november sterven de laatste werksters. Oude nesten worden niet hergebruikt.

Veel koninginnen sterven doordat ze ten prooi vallen aan insecteneters, maar ook aan schimmels.

Deze wesp voedt zich met allerlei insecten, zoals rupsen, bijen, wespen en libellen en ook spinnen. Soms vliegen Hoornaars van web tot web om de spin te kunnen vangen.

Hoornaars knagen soms aan bomen, vooral Berk-soorten Betula species, en voeden zich met zoete boomsappen. Alleen de nieuwe generatie koninginnen overwintert.

Het zijn predatoren die veel insecten vangen. Een kolonie kan per dag tot een halve kilo aan insecten vangen.

De borststukken van prooien worden fijngekauwd en als balletjes uitgebraakt om aan de larven te voeren.

De prooien bestaan voor 90 % uit vliegen en soms Honingbijen Apis mellifera.

Bij zeer slecht weer worden de werksters gevoed met een suikerachtige vloeistof die door de larven wordt uitgescheiden. Dit helpt om de kolonies in balans te houden. Deze vorm van voedseluitwisseling wordt “trofolaxie” genoemd. De koninginnen hebben meer eiwitrijk voedsel nodig dan de werksters. De werksters nemen vooral koolhydraten op die ze vinden in boomsappen (Eik-soorten, Esdoorn-soorten, fruitbomen) en ook wel in sappen van rijpe vruchten.   

De Hoornaar kan van half april tot in oktober worden gezien. Deze wesp vliegt zowel overdag als ’s nachts en ook bij slecht weer.  

Hij vliegt tot 1500 m van het nest. Een kolonie bestaat uit 400 tot 700 wespen. Van 15 augustus tot 15 september zijn de aantallen het grootst.  

Deze wesp heeft bescherming nodig. De mens kan deze bescherming bieden in de vorm van het laten staan van dode of holle bomen. Verder dienen de vooroordelen over deze wesp uit de weg te worden geholpen.

Door de klimaatverandering, het verminderd gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en de toename van dode, holle bomen in bossen, blijkt de soort in Vlaanderen toe te nemen.

De larven van de Grote Kortschildkever Velleius dilatatus leven in het nest van de Hoornaar.

De soort is niet agressief naar de mens toe en komt niet af op zoetigheden.

De steek van deze wesp is niet gevaarlijker dan de steek van andere bijen of wespen. Hoornaars gebruiken hun angel om insecten (voedsel of belagers) te doden. Het mannetje bezit geen angel.  

Hoornaars verdedigen de onmiddellijke omgeving van het nest in een omtrek van 3 tot 5 m. Buiten deze omgeving zijn ze vriendelijk en vluchten ze bij verstoring. De Hoornaar behoort tot de wespen. Hij verliest de angel niet na een steek.

Wanneer men toch wordt gestoken dan zal de steek pijnlijk zijn, maar niet pijnlijker dan deze van een Gewone Wesp.

Bij een steek in de mond, de tong of de keel, bij een bekende overgevoeligheid voor beten of steken en wanneer koorts of benauwdheid ontstaan, moet er zeker medische hulp worden ingeroepen.

Als eerste hulp kan er een ijsblokje of zeer koud water in de mond worden genomen om de zwelling tegen te gaan.

Ook is het aangeraden om zo snel mogelijk de hulpdiensten te raadplegen wanneer er onmiddellijk na de steek op een andere plaats van het lichaam, bijvoorbeeld aan de oogleden of lippen, huiduitslag of zwellingen optreden, wanneer er over het hele lichaam jeuk ontstaat, bij extreem hoesten, een piepende en moeizame ademhaling, een versnelde pols of huiduitslag zoals galbulten over een groot deel van het lichaam. Een allergische reactie op een insectensteek is levensbedreigend.  

Na de steek is volgende handelswijze aangeraden:

Was de plaats van de steek en leg er een schone, koude en vochtige doek op om de zwelling, jeuk en pijn tegen te gaan.

Verwijder knellende voorwerpen zoals ring, armband, polshorloge voor het geval er een hevige zwelling optreedt.

Breng het lichaamsdeel waar de steek zich bevindt lager dan het hart, dit om zo weinig mogelijk gif in de bloedsomloop terecht te laten komen. Het lichaamsdeel mag niet worden afgebonden.

Controleer de steekplaats de eerste 24 tot 48 uur regelmatig op tekenen van infectie zoals een toenemende roodheid, zwelling en pijn. Bij verergering van de toestand moet onmiddellijk medische hulp worden ingeroepen.

Na de steek kan de jeuk worden verlicht met bijvoorbeeld menthol-houdende anti-jeukmiddelen. Pijn kan via pijnstillers worden verlicht.  

Het kan gebeuren dat een hond te dicht bij een Hoornaar-nest komt en ter verdediging wordt gestoken. In dat geval treedt er een plaatselijke, pijnlijke zwelling op, met een snelle invloed op de ademhaling, het zenuwstelsel en de bloedsomloop. Men kan de zwelling verminderen door een koud compres op de steekplaats te leggen.

In enkele gevallen kunnen ernstige overgevoeligheidsreacties ontstaan, die soms een dodelijke afloop kennen.

Home