NATUURLEXICON


Hoogveenglanslibel

Somatochlora arctica   


De Hoogveenglanslibel Somatochlora arctica is gebonden aan een heel specifiek leefgebied, namelijk kleine hoogveenplassen, voedselarme vennen en oligotrofe wateren en is dan ook een zeldzame soort. Het wateroppervlak is uiterst klein en er is een dicht gesloten veenmosdek waar doorheen er een duidelijke waterstroming moet zijn. De grachten zijn maximaal 20 cm diep en worden deels ingenomen door Veenmos-soorten Sphagnum species en Eenarig Wollegras Eriophorum vaginatum.

De libel plant zich voort in kleine veenputjes in hoogveen, vaak in de omgeving van bos.

De belangrijkste bedreigingen vormden vroeger het afgraven en in cultuur brengen van hoogveen, dit tot in de jaren 1980. De resterende hoogveenlandschappen en heideveentjes hebben te kampen met verdroging, vermesting en verbossing.

De ontwatering van venen en het ruimen van vennen zijn ongunstig. Een te hoog opstuwen van het water in de veengrachten vernietigt het leefgebied van de larven. Aanplantingen en de (spontane) omzetting naar bosbestanden zijn ook ongunstig. Betreding door mensen en vee zijn ook bedreigende factoren.

Om deze libel te beschermen moeten de factoren die tot de bedreigde toestand hebben geleid worden tegengegaan. Verder kunnen er kleine veenputjes en ondiepe grachtjes worden gegraven, die zich na het dichtgroeien met Veenmos-soorten kunnen ontwikkelen tot een geschikte habitat voor de larven. Er moet een voldoende invloed zijn van schoon grondwater.

Aan de rand van de vennen mogen wel enkele struiken aanwezig zijn. De voortplantingsbiotoop van deze soort wordt best ontoegankelijk gemaakt voor mensen en vee om betreding tegen te gaan.

Home