NATUURLEXICON


Grutto

Limosa limosa   


De Grutto Limosa limosa heeft een lange, rechte, donkergepunte snavel en een bleke staart met zwarte eindband. In de zomer heeft deze vogel een roestbruine, anders een grijze borst. In de vlucht is een witte vleugelstreep zichtbaar. Hij heeft lange, zwarte poten. De kop en de nek zijn kaneelbruin. Het vrouwtje heeft een langere snavel. Met de lange poten kan hij uitstekend door hoog gras lopen.

Vanaf februari is de vogel bij ons te zien. Hij bewoont natte graslanden, vooral in de kustpolders. Oorspronkelijk was dit een bewoner van hoogveengebieden en moerassen; de laatste decennia verkiest hij cultuurgraslanden en bij voorkeur historisch permanente graslanden.   

Het voedsel van de Grutto bestaat vooral uit wormen, bodeminsecten en hun larven en slakken, aangevuld met plantaardig voedsel.

Het nest wordt gemaakt in dichte vegetatie (lang gras) op de grond. De ondiepe nestkuil wordt met droog gras bekleed. In april-mei legt het vrouwtje 4 eieren. Beide ouders broeden en voederen de nestjongen. De ouders deinzen er niet voor terug om potentiële nestrovers zoals kraaiachtigen aan te vallen.

Na de broedtijd verzamelen de Grutto’s zich in grote groepen op gemeenschappelijke slaapplaatsen.

De Grutto is bij ons een zeldzame broedvogel en een schaarse wintergast aan de kust. Vanaf juli zet hij alweer koers naar de overwinteringsgebieden in het Middellandse Zeegebied en West-Afrika, waar hij naast insecten ook graszaden en rijstkorrels eet. Veel Grutto’s blijven in Zuid-Spanje en het zuiden van Portugal in plaats van door te trekken naar Afrika.

De populaties in Vlaanderen - en ook in Nederland - blijken gelukkig toe te nemen. Toch kunnen een verlies aan waterrijke gebieden (verdroging) en verhoogde landbouwactiviteiten een bedreiging vormen. Ontwatering en polderpeilverlaging zorgen ervoor dat de grond te hard wordt om er bodemdiertjes uit te peuren. De kuikens hebben insecten nodig.

Een late hooibeurt is gunstig voor deze vogel. Bij een te vroeg maaien worden de kuikens gedood tijdens het maaien. Ze kunnen namelijk nog niet snel genoeg uit de voeten.   

Bemesting van graslanden zorgt ervoor dat de voedselrijkdom stijgt. Hierdoor groeit het gras sneller, zodat er meer dekking ontstaat en deze graslanden dus aantrekkelijk worden om er te broeden. Maar als het gras snel groeit, wordt het vroeger gemaaid. Intensieve landbouwgronden moeten op aangepaste tijdstippen worden gemaaid en ook omgeven worden door geschikte foerageergebieden. De nestplaatsen worden vaak gemaakt op de drogere delen van het grasland in het hogere gras, terwijl er voedsel wordt gezocht in de natte of drassige terreinen.  

Grutto’s zijn erg plaatstrouw en kiezen hun nest bij voorkeur elk jaar op dezelfde plek. De jonge vogels leven van vliegjes die ze vinden in hoog gras. In hoog gras hebben de kuikens meer overlevingskansen omdat ze in laag gras gemakkelijker worden gezien en dus een gemakkelijke prooi vormen.

De oppervlakte grasland is de laatste 50 jaar gevoelig verminderd door verstedelijking, versnippering, verdichting en omzetting in bouwland. Naast een vrijwillige nestbescherming is het zaak om de potentiële leefgebieden van weidevogels in het algemeen zo veilig mogelijk te stellen.  We mogen er van uitgaan dat er ook gevoelige verliezen optreden door het onverantwoorde afschot door jagers langs de trekroutes en in de overwinteringsgebieden.

De druk op de landbouwers (ook vanuit de Europese Unie) om verder te intensiveren moet dringend afnemen. Deze druk zorgt er immers voor dat landbouwers vroeger maaien en een lagere grondwaterstand nastreven, terwijl het agrarisch natuurbeheer ten behoeve van de weidevogels precies vochtig beheerde weidevogelterreinen beoogt.   

Deze vogel profiteerde tot de jaren vijftig van enige bemesting, doordat er meer regenwormen op bemeste graslanden waren te vinden. Maar door de verdere intensivering van de landbouw die met steeds zwaardere machines de bodem verdichtte en meer en meer de bodem ontwaterde verminderden de overlevingskansen.

Nesten worden platgewalst of weggemaaid en door de hoge veebezetting worden veel nesten platgetrappeld.

Nu ligt er hoop bij de vrijwillige weidevogelbescherming door landbouwers. Niet alleen nestbescherming biedt soelaas. Ook stroken hoog gras moeten ongemoeid, of liever ongemaaid worden gelaten ten behoeve van de jongen. Schraal bemeste weilanden zijn wel rijk aan planten, maar voor weidevogels onaantrekkelijk.    

Voor weidevogels als de Grutto moeten er verschillende honderden hectaren exclusief voor deze vogels worden bestemd.

Veel eieren uit de nesten van Grutto’s worden geroofd door de Vos Vulpes vulpes, de Egel Erinaceus europaeus en de Hermelijn Mustela erminea. Vogels als de Buizerd Buteo buteo en de Blauwe Reiger Ardea cinerea roven de jongen. Deze sterfte komt nog eens bovenop de sterfte als gevolg van menselijke activiteiten.

Verdroging zorgt ervoor dat weilanden beter begaanbaar worden, ook voor roofdieren.

Home