NATUURLEXICON

Grote Kaardenbol

Dipsacus fullonum   

De Grote Kaardenbol Dipsacus fullonum groeit vooral op klei- en krijtverweringsbodems, op dijkhellingen langs spoorwegen en langs de grote rivieren. De langwerpig bladeren zijn grondstandig en vormen een kan waarin regenwater kan worden opgevangen. De plant bloeit van juni tot augustus met paarsachtige bloemen in hoofdjes. Zowel stengel als bladeren dragen stekels. Ook de bloemen hebben stekende schutbladen. De vruchten zijn dopvruchten.

Deze plant kan een hoogte bereiken van 150 cm.

Deze soort trekt veel insectensoorten, onder meer bijen, aan.

Enkele bladvoeten van deze plant zijn met elkaar vergroeid tot een trechtervormig bekken waarin zich regenwater verzamelt. Insecten verdrinken in dit water en het vermoeden bestaat dat de wegrottende insecten aanvullend voedsel vormen voor de plant.   

Veel vogels eten van de zaden.