NATUURLEXICON


Groot Hoefblad

Petasites hybridus


Het Groot Hoefblad Petasites hybridus groeit op kalkhoudende bodems langs beken en licht beschaduwde sloten, in licht beschaduwde loofbossen en in bosranden. Deze vrij algemene plant wordt ook vaak vaak aangeplant, vooral langs oevers van beken en aan parkvijvers.

De plant wordt tot 60 cm hoog en bloeit in maart en april met roze bloempjes die in aarvormige trossen staan. De langgesteelde vrouwelijke bloempjes vormen vruchtpluis. De bladeren zijn rabarberachtig en kunnen tot 1 m lang en 50 cm breed worden. Ze ontwikkelen zich tijdens de zomer, als de bloemen reeds zijn uitgebloeid.

De mannelijke en vrouwelijke bloemen staan aan aparte planten (tweehuizigheid). De plant breidt zich niet alleen uit door middel van de gepluisde zaadjes; ook de wortelstok vormt ondergrondse uitlopers, zodat de plant na enige tijd hele oppervlakken kan bedekken. De vruchten zijn dopvruchten.   

Het is een waardplant voor de larven van de bladwesp Tenthredo mandibularis.

De eitjes van het Laat Hoefbladgitje Cheilosia canicularis (zweefvlieg) worden afgezet aan de basis van de bloeistengel van deze plant. De larven leven in de bloeistengel. Het aantal larven kan oplopen tot 5 per stengel.

Het vrouwtje van het Vroeg Hoefbladgitje Cheilosia himantopus (zweefvlieg) zet de eitjes af aan de bovenkant van de bladbasis van deze plant. De larven leven in de bladstengel en kruipen als ze volgroeid zijn naar de wortelstokken om te overwinteren. De larven verpoppen in de grond nabij de wortelstokken.

De larven van de Scheefvlekkorsetzweefvlieg Neoascia obliqua leven in de stengels waarin reeds gangen zijn geknaagd door de larven van de 2 voornoemde andere zweefvliegen Laat Hoefbladgitje en Vroeg Hoefbladgitje.  

Home