NATUURLEXICON


Groot Avondrood

Deilephila elpenor   


Het Groot Avondrood Deilephila elpenor heeft een vleugelspanning tot 6 cm en vliegt van mei tot augustus. Hij meet tot 32 mm. Hij vliegt in mei-juni en de tweede generatie in augustus. Het lichaam en de voorvleugels zijn olijfgroen met rozeachtige strepen. Het achterlijf is rood met een zwarte basis. De achtervleugels zijn roze met een zwarte basis. De poten zijn wit.  

Deze vlinder komt algemeen voor op open plekken in het bos, in brandgangen van het bos, langs bosranden, aan wateroevers, in wegbermen, op braakliggende percelen in de stad en ook in tuinen. Het is een vrij algemene soort.

Deze vlinder is in de schemering vaak op de bloemen van Wilgenroosje Chamaenerion species, Wilde Kamperfoelie Lonicera periclymenum, Zeepkruid Saponaria officinalis, Slangenkruid Echium vulgare en andere planten te vinden. Hij bezoekt ook tuinplanten zoals Petunia-hybriden. Hij maakt een snorrend geluid.

Het vrouwtje legt ongeveer 100 glanzend groene eitjes afzonderlijk op de onderkant van de bladeren van de waardplanten.  

De bruingroene rups heeft 2 paar grote oogvlekken en een tamelijk korte doorn. Bij verstoring kan de rups de oogvlekken doen zwellen ter afschrikking van de natuurlijke vijanden. De rups is ’s nachts actief en verschuilt zich overdag op de grond.

De waardplanten van de rupsen zijn Harig Wilgenroosje Epilobium hirsutum, Wilgenroosje Chamaenerion angustifolium, Middelste Teunisbloem Oenothera biennis, Reuzenbalsemien Impatiens glandulifera, Fuchsia-soorten, Grote Kattenstaart Lythrum salicaria en Walstro-soorten Galium species.

De rups verpopt in de grond. De pop is geelbruin en donkergevlekt; ze overwintert in de grond.

Kruisingen van deze soort met het Klein Avondrood Deilephila porcellus zijn vruchtbaar.  


Home