NATUURLEXICON


Groepjesgroefbij

Lasioglossum malachurum   


De Groepjesgroefbij Lasioglossum malachurum vliegt van begin maart tot eind oktober. De mannetjes vliegen vanaf juni.

Deze zeldzame groefbij meet 7 tot 9,5 mm en bezoekt verschillende soorten planten op bloemrijke graslanden. De bij vliegt onder meer op Wilg-soorten Salix species, Kamille-soorten Matricaria species, Leeuwentand-soorten Leontodon species en gele kruisbloemigen.

Het vrouwtje heeft een nogal rechthoekige kop, die veel korter is dan breed. De tergieten hebben doorschijnende achterranden. De voorhoeken van tergieten 2 en 3 hebben viltvlekken.  

De vrouwtjes die in de zomer worden geboren zijn doorgaans een stuk kleiner dan de neststichtsters in het voorjaar.

Het mannetje is slank en heeft lange antennes, die van boven donker en van onderen licht okerkleurig zijn. Het mannetje heeft ook viltvlekken in de voorhoeken van tergieten 2 en 3. De poten bevatten veel geel.

Deze bij is wat men noemt een eusociale soort.

De nesten worden in grote aantallen in meestal harde leemgrond gevonden. Bevruchte vrouwtjes (koninginnen) overwinteren dikwijls samen in één nest. Bij aanvang van de lente, wanneer ze terug actief worden, gedragen ze zich agressief tot wanneer 1 vrouwtje de rest heeft verjaagd. Het winnende vrouwtje produceert 2 tot 3 generaties van werksters vooraleer het vruchtbare nakomelingen krijgt. Na de eerste generatie werksters blijft de koningin in het nest en laat de werksters foerageren en het nest verder uitbouwen. Bij de werksters bestaan er ook wachters die het nest bewaken. De werksters verschillen morfologisch sterk van de koningin.

Het is een gastheerbij voor de Dikkopbloedbij Sphecodes monilicornis en de Pantserbloedbij Sphecodes gibbus (koekoeksbijen).  


Home