NATUURLEXICON

Giebel

Carassius gibelio   

De Giebel Carassius gibelio is een vis die voorkomt in stilstaande en licht stromende wateren.

Hij plant zich voort in vijvers met voldoende onderwatervegetatie. De paaitijd valt van april tot juli, bij een watertemperatuur tussen 13 en 15 °C.

Na 2 tot 4 jaar zijn de vissen geslachtsrijp.

Tijdens de paaitijd krijgt het mannetje paaiknobbels op de kop, de kieuwdeksels en de borstvinnen.

Opmerkelijk bij deze vissoort is dat triploïde vrouwelijke individuen zich op een natuurlijke wijze kunnen vermenigvuldigen door middel van gynogenese.

Triploïde vissen hebben drie stel chromosomen in plaats van twee, en zijn daardoor onvruchtbaar. De embryonale ontwikkeling van de eieren wordt in gang gezet door het binnendringen van sperma van andere karperachtigen, zonder dat het hierbij tot een echte bevruchting (met versmelting van de kernen) komt. Uit deze eieren ontstaan dan weer enkel triploïde vrouwelijke giebels, die genetisch identiek zijn aan het moederdier. Zo kan uit 1 vrouwtje een volledige populatie ontstaan.

De Giebel is een omnivore soort met een lichte voorkeur voor macrofyten. Jonge vissen voeden zich vooral met zoöplankton en insectenlarven.

Deze vissoort kan, doordat hij zich voedt met waterplanten, de groei van deze planten sterk onderdrukken. Hij wordt daarom soms aangewend ter bestrijding van sommige waterplanten in (kleinere) visvijvers.