NATUURLEXICON


Gewone Wesp

Vespula vulgaris  


De Gewone Wesp Vespula vulgaris wordt 11 tot 19 mm lang en behoort tot de plooivleugelwespen. Ze kan het hele jaar door worden gezien in allerlei biotopen, ook in stedelijke omgeving. De kleurtekening is zwart-geel. Op het voorhoofd (kopschild of clypeus) draagt deze wesp meestal een zwarte streep of ankervormige vlek. De gele tekening op de zijkant van de kop, achter de ogen, is vaak door een zwarte vlek onderbroken. Het halsschild heeft rechte, gele zomen. Het borstschild heeft bovenaan een gele vlek. De rugplaten hebben een brede, gele band, aan weerszijden ingekeept of met zwarte stip. Het mannetje heeft lange antennes; ze zijn duidelijk langer dan de lengte van de voorpoten.

De koninginnen verschijnen half maart en werksters kunnen nog worden gezien tot eind oktober. Exemplaren die in de wintermaanden worden gezien zijn ongetwijfeld overwinterende koninginnen. De mannetjes vliegen van eind augustus tot half november.

De Gewone Wesp wordt vaak op bloemen van onder meer Zomereik Quercus robur en Grote Kattenstaart Lythrum salicaria gezien.     

Deze wesp bouwt haar nest meestal op donkere, verborgen plaatsen, zoals in verlaten muizenholen of onder daken, in holle muren, enz. Voor de bouw wordt sterk verrot hout gebruikt. Het nest is geel tot roodbruin gekleurd met lichte en donkere strepen. Het nest kan wel 50 cm in diameter bereiken. De kolonie kan uit meer dan 5000 individuen bestaan. Het nest wordt fel verdedigd tegen vijanden en indringers. Deze wesp gaat in de omgeving op zoek naar voedsel en zoetigheden.

Ze wordt door de mens als lastig aanzien. De werksters, die veel kleiner blijven dan de koningin, zoeken naar suikerhoudende stoffen voor de eigen energiebehoefte. De larven zijn echter vleeseters en worden gevoed met vleesballetjes bestaande uit verschillende soorten insecten en hun larven en spinnen, maar ook aas uit kadavers wordt meegenomen als voer. In de loop van de zomer worden er naast werksters ook nieuwe koninginnen en mannetjes geproduceerd. Het zijn normaal gezien alleen de koninginnen die overwinteren.

Er leven verschillende insecten in de nesten van deze wesp. Voorbeelden hiervan zijn de Witte Reus Volucella pellucens en de Stadsreus Volucella zonaria.   

Een milde winter, een droog voorjaar en een warme zomer zorgen voor meer wespennesten. Bij mild weer overleven de mannetjes en vliegen ze samen met de koningin in april het nest uit. Dan zijn er meer wespen in de zomer. Anderzijds kan een periode van hevige regenval de kolonies in de loop van de (na)zomer sterk uitdunnen.  

De Gewone Wesp is nauwelijks agressiever dan de Honingbij Apis mellifera. De lastigheid voor de mens wordt vooral veroorzaakt doordat het vrouwtje -vooral rond eind juli- op zoete stoffen afkomt. Het dier kan ook meerdere keren steken, want de angel blijft na de steek niet steken, zoals bij de Honingbij. Na de steek zal de wesp dus ook niet sterven. De steek van de Gewone Wesp is pijnlijk.

Bij een steek in de mond, de tong of de keel, bij een bekende overgevoeligheid voor beten of steken en wanneer koorts of benauwdheid ontstaan, moet er zeker medische hulp worden ingeroepen. Als eerste hulp kan er een ijsblokje of zeer koud water in de mond worden genomen om de zwelling tegen te gaan.

Ook is het aangeraden om zo snel mogelijk de hulpdiensten te raadplegen wanneer er onmiddellijk na de steek op een andere plaats van het lichaam, bijvoorbeeld aan de oogleden of lippen, huiduitslag of zwellingen optreden, wanneer er over het hele lichaam jeuk ontstaat, bij extreem hoesten, een piepende en moeizame ademhaling, een versnelde pols of huiduitslag zoals galbulten over een groot deel van het lichaam. Een allergische reactie op een insectensteek is levensbedreigend.  

Na de steek is volgende handelswijze aangeraden: Was de plaats van de steek en leg er een schone, koude en vochtige doek op om de zwelling, jeuk en pijn tegen te gaan.  Verwijder knellende voorwerpen zoals ring, armband, polshorloge voor het geval er een hevige zwelling optreedt.

Breng het lichaamsdeel waar de steek zich bevindt lager dan het hart, dit om zo weinig mogelijk gif in de bloedsomloop terecht te laten komen. Het lichaamsdeel mag niet worden afgebonden.

Controleer de steekplaats de eerste 24 tot 48 uur regelmatig op tekenen van infectie zoals een toenemende roodheid, zwelling en pijn. Bij verergering van de toestand moet onmiddellijk medische hulp worden ingeroepen. Na de steek kan de jeuk worden verlicht met bijvoorbeeld menthol-houdende anti-jeukmiddelen. Pijn kan via pijnstillers worden verlicht.  

Wanneer een hond wordt gestoken treedt er een plaatselijke, pijnlijke zwelling op, met een snelle invloed op de ademhaling, het zenuwstelsel en de bloedsomloop. Men kan de zwelling verminderen door een koud compres op de steekplaats te leggen.

In enkele gevallen kunnen ernstige overgevoeligheidsreacties ontstaan, die soms een dodelijke afloop kennen.

Wespen verpletteren veroorzaakt een chemische reactie waarbij een stof vrijkomt die andere wespen aantrekt. Het probleem wordt dus vergroot. Wespen doden in de nabijheid van een wespennest kan fataal aflopen. De soortgenoten zullen immers hun vriend komen helpen en zullen allemaal beginnen steken.

Sterk geurende parfums kunnen wespen in de war brengen waardoor ze soms fel kunnen reageren.

Om de larven in het nest te voeden, vangen de werksters tal van vliegen en muggen. Kadavers van kleine zoogdieren, amfibieën en vogels worden in stukjes gebeten en aan de larven gevoederd. Wespen vervullen dus ook een nuttige opruimfunctie in de natuur.

Home