NATUURLEXICON


Gewone Paardenbloem

Taraxacum officinale   


De Gewone Paardenbloem Taraxacum officinale groeit op een stikstofrijke bodem. We vinden haar zeer algemeen op uiteenlopende grondsoorten en vooral op overbemeste graslanden en weilanden.

De gele hoofdjes van tot 200 lintbloemen zijn van maart tot november te zien, met een hoofdbloei van maart tot mei. De bloemhoofdjes worden tot 6 cm breed. Na de bloei ontstaan de bekende witte pluisbollen. Deze soort vormt zaad, ook zonder bevruchting. Tijdens het rijpen van de vrucht gaat de stengel groeien tot hij wel drie keer zijn oorspronkelijke lengte bereikt. De plant bereikt op die manier een hoogte van 40 cm. Tijdens de bloei bedraagt de hoogte meestal tussen 5 en 15 cm. De bladeren staan in een wortelrozet. Ze zijn veervormig ingesneden, maar zeer divers van vorm. De stengel is lang en hol. Deze soort bezit een penwortel.

De Gewone Paardenbloem is de belangrijkste drachtplant voor verschillende soorten bijen, die ze bezoeken voor de nectar en het stuifmeel.

De bloemen worden zowel door Honingbijen Apis mellifera als solitaire bijen zoals onder meer de Witbaardzandbij Andrena barbilabris, het Geeltipje Nomada sheppardana en de Akkerhommel Bombus pascuorum bezocht.

De Paardenbloembij Andrena humilis kent een gespecialiseerd bloembezoek op gele composieten en heeft een sterke voorkeur voor het stuifmeel van deze plant. Ook andere op gele composieten gespecialiseerde solitaire bijensoorten zijn vaak op de bloemen aan te treffen.  

Deze plant is één van de waardplanten van de vlinders Roomvlek Arctia villica,  Gamma-uil Autographa gamma, Grasbeertje Coscinia cribaria,  Huismoeder Noctua pronuba, Kleine Beer Phragmatobia fuliginosa, Agaatvlinder Phlogophora meticulosa, Breedbandhuismoeder Noctua fimbriata, Puta-uil Agrotis puta, Zuringuil Acronicta rumicis en Witte Tijger Spilosoma lubricipeda.

Zeker in het voorjaar zijn bloeiende Gewone Paardenbloemen heel belangrijk voor vlinders, bijen en andere insecten als bron van nectar en stuifmeel.

Paardenbloemen in grasland leiden slechts tot een beperkte opbrengstderving bij grasland. Koeien, schapen en geiten gebruiken de plant als “medicijn”. De lange penwortel zorgt ervoor dat mineralen uit de diepere lagen van de bodem beschikbaar komen voor het gewas. De voedingswaarde, verteerbaarheid en mineraalgehalten van de Gewone Paardenbloem zijn vergelijkbaar met die van het gras zelf.

Als men wil dat deze nuttige plant zich niet verder uitzaait in het gazon, kan men de bloemen direct na de bloei en vóór de zaadzetting wegknippen.   

Home