NATUURLEXICON


Gewone Eikengalwesp

Cynips quercusfolii   



De Gewone Eikengalwesp Cynips quercusfolii, ook Galappelwesp genoemd, is een galwesp van 3 tot 4 mm groot, die overal algemeen voorkomt op Eiken Quercus species. Het is de veroorzaker van de bekende galappels aan de onderkant van eikenbladeren in de herfst. De galappels kunnen een doorsnede bereiken van 2 cm en zijn kogelrond. Eerst zijn ze groen van kleur, later worden ze gedeeltelijk rood. In de gallen ontwikkelen zich vrouwtjes. De galappels vallen met de bladeren op de grond in de herfst.

Begin juli leggen de bevruchte vrouwtjes eitjes op de zijnerven van eikenbladeren. Het bladweefsel begint op de geïnfecteerde plaats te woekeren en groeit uit tot een gal waarin de larve zich verder ontwikkelt. De larve voedt zich met het gevormde bladweefsel. In het midden van de zomer groeien deze gallen uit tot de bekende, rozige galappels. Tegen het einde van de zomer verpoppen de larven.

In de herfst valt het eikenblad met de gal van de boom. Tegen de winter komt de tweede generatie van uitsluitend vrouwelijke wespen tevoorschijn. Ze zijn forser gebouwd dan de eerste generatie. Zonder te zijn bevrucht leggen deze vrouwtjes in de winter eitjes in de knoppen van de boom.

In de lente ontstaan hieruit de paarse fluweelgalletjes, waaruit omstreeks mei de galwespen van de eerste generatie kruipen. De mannetjes bevruchten de vrouwtjes waarna de cyclus zich kan herhalen.   

Home