NATUURLEXICON


Dwergblauwtje

Cupido minimus



Het Dwergblauwtje Cupido minimus is een zeldzame vlinder die voorkomt op droge, schrale kalkgraslanden, op kalkhellingen, op heidevelden, in grindgroeven en duinen en ook, maar minder vaak, in open wegbermen.

Deze vlinder is donker van kleur en heeft een lichte, bruingrijze onderkant met enkele zwarte vlekjes. Hij heeft een vleugelspanning tot 22 mm. De onderkant van de vleugels heeft blauwe vleugelwortels. De bovenzijde van de vleugels is vooral bruin en heeft bij het mannetje een blauwe zweem.

Dit blauwtje vliegt in twee generaties per jaar tussen april en september. Het is een zeer honkvaste soort.

De eitjes worden afzonderlijk afgezet op de enige waardplant van deze vlinder: de Wondklaver Anthyllis vulneraria.

Het vrouwtje zorgt ervoor dat de eitjes zich dicht bij de bloemen bevinden. De witte rupsjes ontwikkelen zich in de bloemen en voeden zich met het vruchtbeginsel en ook wel met de zich ontwikkelende zaadjes van de bloemen. Het afgrazen van deze bloemen zorgt voor grote sterfte onder de rupsen.

De rupsen verlaten volgroeid de waardplant en zoeken een overwinteringsplaats tussen mossen. De pop wordt bevestigd aan de onderkant van een blad of aan een plantenstengel. Soms worden de poppen meegenomen naar mierennesten.

De mannetjes van deze soort zijn niet territoriaal en vaak zitten ze op een hoogte van ongeveer één meter in beschuttende struiken te zonnen. De vrouwtjes zoeken de mannetjes op, maar na de paring begeven ze zich naar de plaatsen met Wondklaver. Het Dwergblauwtje is een krachtige vlieger. Vaak vliegt hij vrijwel doorheen struiken waardoor de vleugels worden beschadigd.

Vermesting zorgt ervoor dat kalkrijke wegbermen waarin de waardplant voorkomt verdwijnen. Voor deze vlinder zouden geïsoleerde kalkgraslanden met elkaar verbonden moeten worden. De voornaamste bedreigingen voor het Dwergblauwtje zijn het dichtgroeien van kalkgraslanden door een gebrek aan beheer en door verrijking van de kalkrijke kanaalbermen, waardoor er te weinig bloeiende Wondklaver te vinden is voor de eiafzet.

Bij het beheer moet ervoor gezorgd worden dat er een relatief korte vegetatie ontstaat waarin Wondklaver goed tot bloeien kan komen. Dit kan het beste gebeuren door een kleinschalig en gefaseerd maaibeheer omdat populaties soms maar plekken van enkele tientallen vierkante meters groot kunnen gebruiken. Ondanks het feit dat het Dwergblauwtje te boek staat als een zeer honkvaste soort, worden er toch individuen waargenomen op grote afstanden (meerdere kilometers) van hun normale vliegplaatsen.

Home