NATUURLEXICON

Home


Coprofagie


Het verschijnsel waarbij dieren zoals vogels zich bij een verminderd voedselaanbod (vorst, sneeuw) tegoed doen aan uitwerpselen van andere dieren.

Zo voeden Merels Turdus merula zich bijvoorbeeld met de verse uitwerpselen van Vossen Vulpes vulpes.

De uitwerpselen hebben een hoge energetische waarde. Ze bevatten onverteerde voedselresten, maar bestaan vooral voor 75 procent uit water, dat in een strenge winter moeilijker te vinden is.

Verschillende herbivoren eten hun eigen ontlasting op om te voldoen aan hun behoefte aan vitamine B12. Haasachtigen hebben bijvoorbeeld twee soorten ontlasting: droge keutels en plakkerige, zwarte drolletjes. Deze laatste eten de haasachtigen nog een keer op, waarmee ze onder meer de vitamine B12, die ze zelf hebben geproduceerd, binnen krijgen.

Vitamine B12 is een essentieel micronutriënt dat via de voeding moet worden opgenomen. Tekorten kunnen ernstige medische gevolgen hebben. Vitamine B12 wordt gemaakt door bacteriën die leven in het maag-darmkanaal. Bij de mens wordt het vitamine geproduceerd in de dikke darm, dus te ver naar achter in het spijsverteringsstelsel. Het vitamine moet zich namelijk eerst in de maag bevinden, waar het maagzuur het vitamine kan losmaken van eiwitten en binden aan een speciaal eiwit om vervolgens opgenomen te worden in de dunne darm. Bij herkauwers steken de bacteriën al voor de dunne darm, waardoor ze wel gebruik kunnen maken van de eigen vitamine B12-productie. Andere herbivoren voldoen in hun vitamine B12-behoefte door middel van coprofagie. Vitamine B12 komt alleen voor in dieren, ook in insecten.