NATUURLEXICON


Citroenvlinder

Gonepteryx rhamni



De Citroenvlinder Gonepteryx rhamni behoort tot de witjes.  

Deze vlinder heeft een vleugelspanning tot 55 mm en kan het hele jaar door worden gezien. De mannetjes zijn helder citroengeel met oranjeachtige vlekken, de vrouwtjes lichtgroen. De vleugels zijn elk voorzien van een oranje stip in het midden. De voorvleugels eindigen in een hoekige punt. De onderkant van de vleugels is bij beide geslachten lichtgeel met een adering als van bladnerven.  

De vlinder komt vooral voor langs bosranden (met brede, grazige zones) en in open bossen, struwelen, heggen, tuinen en parken. Het is een tamelijk algemene soort in de buurt van de waardplanten. De volwassen vlinders kunnen worden gezien op Hondsdraf Glechoma hederacea, Koninginnekruid Eupatorium cannabinum, Speerdistel Cirsium vulgare, Akkerdistel Cirsium arvense, Buddleja Buddleja davidii en Winterbloeiende Heide Erica carnea.

De vlinder kent één generatie per jaar die vliegt van begin juli tot midden juni van het volgende jaar. De soort leeft in het volwassen stadium bijna een jaar en is daarmee één van de langstlevende vlinders in Vlaanderen.

De groene eitjes worden in het begin van de vliegtijd meestal afzonderlijk afgezet bij de bloemknoppen en, wanneer de bladeren ontloken zijn, ook op de bladknoppen van Sporkehout Rhamnus frangula en Wegedoorn Rhamnus cathartica.  De groene rups met een witte zijstreep verpopt aan de onderkant van een blad of tegen de stengel laag in de vegetatie.

De rups heeft vaak precies dezelfde groene kleur als deze van de waardplant en is dus zeer goed gecamoufleerd.  

Ook de pop is groen en hangt met een gordeltje aan een blad of twijgje.

De overwintering gebeurt als vlinder op planten als Hulst Ilex aquifolium, Klimop Hedera helix, Blauwe Bosbes Vaccinium myrtillus of Braam Rubus fruticosus en hij is tegen de achtergrond van de onderkant van de bladeren van deze planten perfect gecamoufleerd.

Vlinders die overwinteren zijn bestand tegen buitentemperaturen tot -30 °C doordat ze, net als veel andere insecten, antivrieseiwitten aanmaken.

Reeds vanaf februari, soms zelfs al in januari, kan men de (aanvankelijk eerst mannelijke) vlinders, aantreffen. De mannetjes kunnen bij een lagere temperatuur vliegen dan de vrouwtjes. De paring vindt pas na de overwintering plaats.  

Deze vlinder zal men nooit zonnend met gespreide vleugels aantreffen.

De aanplant van de waardbomen (Sporkehout en Wegedoorn) is gunstig voor deze vlinder.

Home