NATUURLEXICON


Bladcicadendoder

Crossocerus annulipes


De Bladcicadendoder Crossocerus annulipes is een bijna volledig zwarte wesp met een lengte van 4,5 tot 7 mm. Het kopschild van het vrouwtje heeft 2 duidelijke tanden. Het vrouwtje heeft gele kaken en een witte ring om de basis van de achterschenen. Het eerste tarslid van het mannetje is verbreed.

Deze algemene graafwesp vliegt in 2 generaties van eind april tot half oktober in bosranden, parken, weiden en tuinen, ook in stedelijk gebied, als er maar voldoende dood hout aanwezig is om in te nestelen. Deze wesp wordt gezien op Struikhei Calluna vulgaris.

De nesten worden geknaagd in verteerd dood loofhout. Het nest bestaat uit een gang met een lengte van 5 tot 10 cm, eindigend in tot 20 cellen. Per cel worden er ongeveer 25 prooien aangesleept. De nestgang wordt met houtspaandertjes afgesloten.

De prooien zijn vooral bladcicaden, maar ook bladvlooien en plantenwantsen worden gevangen.  

Een parasiet die kan optreden is de Gewone Mierwesp Smicromyrme rufipes.

 

Home