NATUURLEXICON


Bestuiving


Bestuiving is het overbrengen van pollen (stuifmeel) naar de stempel -het vrouwelijke deel van een bloem-, waarna bevruchting van de eicellen plaatsvindt en zaden worden gevormd. Nadat de pollenkorrel daar is ontkiemd, groeit een pollenbuis naar de eicel toe en vindt de bevruchting plaats.

Niet minder dan 80 % van de plantensoorten zijn voor de voortplanting afhankelijk van het bezoek van insecten.

De bestuiving is een onmisbare schakel in de levenscyclus van planten. Daarbij wordt stuifmeel van het mannelijke naar het vrouwelijke element van de bloemen gebracht, dus van de meeldraden naar de stamper. De bestuiving kan gebeuren via wind, water of dieren, maar vooral door insecten.

Insecten bezoeken bloemen om voedsel onder de vorm van nectar en stuifmeel te verzamelen voor zichzelf en voor hun larven. Het stuifmeel is immers een bron van eiwitten, vitamines en minerale zouten. Daarbij hecht zich stuifmeel aan hun lichaam dat dan van de ene naar de andere bloem wordt gebracht en zo een kruisbestuiving mogelijk maakt.

Deze bestuiving zorgt voor een vermenging van het genetisch materiaal van planten. Dat is belangrijk omdat een te grote genetische eenvormigheid de soort kwetsbaar maakt. De plant is dan minder bestand tegen bacteriologische of klimatologische bedreigingen. Belangrijke bestuivers onder de insecten zijn bijen, hommels, wespen, mieren, kevers (vooral boktorren), vliegen en verwanten en vlinders.   

De bestuiving of de verspreiding van stuifmeel (mannelijke gameten) kan behalve door insecten (entomogamie), ook gebeuren door vogels (ornithogamie), vleermuizen (cheiropterogamie), de wind (anemogamie) of het water (hydrogamie) gebeuren.

Met name voor vogels van het genus Sylvia (zangers) en Phylloscopus (Boszangers) vormen nectar en stuifmeel belangrijke voedselbronnen tijdens de winter en het voorjaar. Het bloembezoek van vogels houdt dus een potentiële bestuiving in.   

In het vroege voorjaar is wit de dominante bloemkleur. Wit steekt opvallend af tegen het blad en is daarom een goede lokkleur voor de weinige insecten die in deze tijd beschikbaar zijn voor de bestuiving.  In het donker zijn bleke kleuren ook beter te zien voor nachtvlinders. Ook nachtvlinders vervullen een belangrijke rol bij de bestuiving van wilde planten.

Bloemen met een gele kleur zijn bijzonder aantrekkelijk voor stuifmeelkoeriers als vliegen, kevers, vlinders en bijen.

Groene, bruine of andere minder opvallende bloemen trekken vooral via hun geur insecten aan.

Home