NATUURLEXICON


Appelvink

Coccothraustes coccothraustes


De Appelvink Coccothraustes coccothraustes is een grote vinkensoort met zijn lengte tot 18 cm. Hij heeft een roodbruine kop, een forse driehoekige snavel, een bruine grondkleur en een wit vleugelveld. Hij heeft een korte staart met een witte band. Het vrouwtje is valer gekleurd dan het mannetje. Jonge vogels missen de zwarte keelvlek.

De roep klinkt als een scherp “ptik” of “tzie-iep”.

De Appelvink bewoont gemengde bossen, tuinen en parken, waar hij vooral hoog in de bomen vertoeft.

Zijn voedsel bestaat uit kersenpitten en appelpitten, insecten, erwten, e.d. Met zijn sterke snavel kraakt hij kersenpitten om de eetbare kern te bereiken.

In het vroege voorjaar heeft men de grootste kans deze mooie vogel te zien. Hij is dan bezig met de nestbouw in de nog grotendeels kale bomen.  In mei-juni legt het vrouwtje één keer 4 tot 6 eieren in een groot nest hoog in een boom. Beide ouders broeden en verzorgen de jongen.

Appelvinken zoeken in de winter in groep naar harde zaden.

 

Home