NATUURLEXICON


 Andoornbij

Anthophora furcata


De Andoornbij Anthophora furcata is een vrij algemene solitaire bij. Deze bij meet 11 tot 13 mm.

Het vrouwtje heeft een zwakke, donkere (bijna zwarte) band over het borststuk. De beharing van het borststuk is bruinig.Het achterlijf is wollig en niet gebandeerd. De achterlijfspunt is oranje.

Het mannetje heeft een geel gezicht. Het borststuk is bruinig behaard. Het achterlijf is bruin behaard met witte, smalle haarbandjes. De achterlijfspunt is zwart. De poten zijn niet verdikt (normaal behaard).

De bij heeft een extreem lange tong waardoor ze ter plaatse kan blijven vliegen bij de bloem om nectar te drinken.

Deze bij, die behoort tot de sachembijen,  komt voor in bossen waar ook dood hout aanwezig is; ook in parken met oude bomen of vermolmde palen en langs houtwallen en struwelen.

Het stuifmeel wordt verzameld bij lipbloemigen zoals Bosandoorn Stachys sylvatica, Moerasandoorn Stachys palustris, Ezelsoor Stachys byzantina  en bij Kattenkruid Nepeta grandiflora, Echte Gamander Teucrium chamaedrys en Stinkende Ballote Ballota nigra. Ook Valse Salie Teucrium scorodonia en Slangenkruid Echium vulgare worden vaak bezocht.

Voor de nectar bezoekt deze bij vaak de Hondsdraf Glechoma hederacea.

Het nest wordt bovengronds gemaakt.

De bij nestelt in zelfgeknaagde gangen in vermolmd hout. De gangen worden bekleed met speeksel en houtmolm. De broedcellen worden bekleed met een witte, wasachtige laag. De Andoornbij vliegt van begin juni tot half september. De bloeiplaatsen van Andoorn-soorten worden best niet gemaaid. Deze bloeiende planten zijn esthetisch ook aantrekkelijk.

Het is de gastheerbij voor de Heidekegelbij Coelioxys conica en waarschijnlijk ook voor de Kielstaartkegelbij Coelioxys aliata en de Rosse Kegelbij Coelioxys rufescens (koekoeksbijen).

Home