NATUURLEXICON


Akkerdistel  

Cirsium arvense   


De Akkerdistel Cirsium arvense groeit op braakliggende terreinen, op steenslag, op bouwland en soms aan oevers en in lichte loofbossen, steeds op een tamelijk vochtige, niet zure, voedselrijke, vaak verstoorde bodem. Het is een zeer algemene cultuurvolgende soort waarop chemische bestrijdingsmiddelen weinig vat hebben. Deze distel bloeit van juni tot september met paarsachtige bloemhoofdjes. De bladeren zijn stekelig. Door vorming van wortelknoppen aan de wortelstok kan de plant zich snel vermeerderen. De wortelstokken gaan tot 1,5 m diep. Ook het ploegen van akkers werkt de vermeerdering in de hand. Bovendien kan 1 plant wel 6000 zaadjes vormen. De plant zelf kan een hoogte bereiken van 1,5 m.  

Deze plant heeft een hoge nectar- en stuifmeelwaarde. De bloemen trekken verschillende vlinders, solitaire bijen, Honingbijen en hommels aan.  

Het is één van de waardplanten van de Distelvlinder Vanessa cardui.

De plant trekt onder meer zandbijen, groefbijen, maskerbijen, slobkousbijen, tronkenbijen, behangersbijen en pluimvoetbijen aan.

Men vindt vaak de Zwartbronzen Houtmetselbij Osmia niveata op deze plant.  

De larven van de Akkerdistelgalboorvlieg Urophora cardui leven op deze plant.

De Akkerdistelnetwants  Tingis ampliata heeft een voorkeur voor deze plant.  

Sommige spinnen en insecten overwinteren in de dorre stengels van de Akkerdistels en overleven hierin als larve of eitje overstromingen en strenge vorstperiodes.

Verschillende zaadetende vogels (Putter, Sijs, Kneu) profiteren van de overvloed aan zaden die distels produceren.

De Akkerdistel wordt soms aangetast door Pseudomonas syringae pv tagetis, een bacterie die een toxische stof maakt die de plant verzwakt zodat deze geen bladgroen meer aanmaakt. De bladeren vertonen dan opvallend bleke toppen, alsof ze met bestrijdingsmiddelen zijn bespoten. Omdat de Akkerdistel als een lastig onkruid wordt aanzien, heeft men al geprobeerd om met behulp van deze bacterie de soort te bestrijden, maar dat is op een mislukking uitgelopen. Bestrijding van de Akkerdistel is trouwens weinig zinvol omdat de zaadpluizen van deze plant zeer dicht in de nabijheid van de moederplant vallen waardoor de kans op een echt schadelijke uitbreiding eigenlijk te verwaarlozen is.

Maaien kan lokale overlast tijdelijk verminderen, maar het uitlopen van wortelknoppen tot nieuwe scheuten wordt er door gestimuleerd.

Distelvelden nemen na een aantal jaren vanzelf in omvang af als een vergraven gebied met rust wordt gelaten. De distels putten namelijk hun eigen omstandigheden uit en na verloop van tijd nemen andere planten het roer over. Distelruigtes maken dan plaats voor gevarieerd grasland, struwelen en jong bos.  

Home