NATUURLEXICON


Adelaarsvaren

Adelaarsvaren   


De Adelaarsvaren Pteridium aquilinum groeit in lichte bossen en kalkarme duinen, langs akkers en onder heggen. Hij is te zien van juni tot oktober, want vanaf oktober beginnen de bladeren volledig te verdorren. Aan het begin van elke zomer vormen zich nieuwe reusachtig grote tot viervoudige geveerde bladeren, die tot 2 m hoog kunnen worden. De planten vormen vaak indrukwekkende bestanden. De plant bestaat ondergronds uit een horizontaal stelsel van wortelstokken. Deze soort is één der algemeenste varens. Het is een kosmopoliet.

De plantendelen zijn giftig en kunnen worden opgenomen via het hooi van vee. De plant blijft ook giftig in gedroogde toestand.

Deze plantendelen bevatten een enzym dat vitamine B afbreekt. Dit resulteert bij inname door varkens en paarden tot zenuwsymptomen. Bij herkauwers leidt de inname tot irritatie van de slijmvliezen. Bij kalveren kan de inname leiden tot een zwelling van het strottenhoofd en verstikkingsgevaar.

In de acute vorm kan er een bloederige diarree bij paarden en runderen optreden. Meestal zal echter een chronisch ziektebeeld optreden door een langdurige opname met als verschijnselen een waggelende gang, gewichtsverlies, neusbloedingen, kankervorming en blindheid. Ook inwendige bloedingen kunnen optreden.

De vergiftigde dieren worden symptomatisch behandeld in combinatie met het toedienen van thiamine om de symptomen van het vitamine B-tekort te verhelpen.  

Met de massa’s dood strooisel die Adelaarsvarens produceren worden de groeikansen van andere bosplanten zoals Dalkruid Maianthemum bifolium gereduceerd.

Het Varenknotsje Typhula quisquiliaris is een zwam die gebonden is aan deze varen.

Ook de Varenvlieg Chirosia albitarsis (bloemvlieg) is aan de varen gebonden.

Het is de waardplant van de monofage Varenuil Callopistria juventina (nachtvlinder) waarvan de rupsen zich alleen maar op deze varen voeden.

Het is een waardplant van de Varenspanner Petrophora chlorosata (nachtvlinder).


Home